
De Limburger over ‘de zonnige kant van parkeren’
De Limburger schreef 24 september een artikel over zonparkeren waarin Thomas Kamphuis van Energie van Hollandsche bodem aan het woord komt.
‘De zonnige kant van parkeren; Waarom zijn er zo weinig zonneparkings?”
Bouw op parkeerterreinen een afdak met zonnepanelen en je vangt twee vliegen in één klap: terwijl het dak groene stroom produceert, blijven de auto’s eronder droog en koel. Dubbel voordeel. Maar waarom zijn er dan zo weinig solar parkings?
In dit kleine land is lang niet overal plek voor windturbines en zonneweides. „Leg eerst maar eens meer zonnepanelen op daken”, hoor je vaak als het over de energietransitie gaat. Maar dat is lang niet overal mogelijk. Er is een slimme oplossing waar niemand last van heeft, maar die je toch nog weinig ziet: het overdekken van grote parkeerplaatsen met zonnepanelen. De schaarse ruimte wordt dan dubbel gebruikt: je kunt je auto stallen onder een dak dat groene energie opwekt.
Maarten van Gaans is enthousiast over het idee. Hij is de kersverse Limburgse gedeputeerde voor klimaat, energie en mobiliteit. „Als we in 2050 CO2-neutraal willen zijn, moet er nog heel wat gebeuren. Zonnepanelen boven parkeerplaatsen is hét voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik. Wie wil dat nou niet?”, vroeg hij begin september op een seminar in Ospel.
Kinderschoenen
Toch staan solar carports nog in de kinderschoenen, althans in Nederland. Op dit ogenblik is er in
Limburg slechts één groot parkeerterrein overkapt met zonnepanelen: dat is bij Carbon6, het voormalige CBS-gebouw in Heerlen. Daar liggen 3500 zonnepanelen op een houten constructie. De opgewekte groene stroom is voor het grote kantoorgebouw. Elektrische auto’s kunnen er verse zonne-energie tanken. „Dat smaakt naar meer”, zegt Van Gaans. Grote parkeerterreinen die zonnestroom opwekken kunnen volgens hem heel wat Limburgse gemeenten een duwtje in de rug geven in de regionale energiestrategie.
Leges
Binnenkort wordt ook langs de A2 bij Chemelot een grote parkeerplaats overdekt met zonnepanelen. Dat werd twee jaar geleden overigens al aangekondigd, maar nadien moesten nog allerlei hobbels worden overwonnen. Dat is tekenend voor de moeite die het kost om het simpel klinkende dubbele ruimtegebruik in de praktijk te brengen. De investeerder moet ook een goedgevulde portemonnee hebben.
Recreatieplas Drakenrijk in Reuver wil bijvoorbeeld carports met zonnepanelen bouwen op de parkeerplaats. De vergunning voor de carports is binnen en de subsidie van het Rijk is toegezegd, zegt directeur Dick Teunis van Technique Solair Nederland. „Maar het is een moeilijk – en zelfs onredelijk – traject. Om subsidie te kunnen aanvragen moet je eerst een vergunning hebben. Daar betaal je gigantische bedragen voor. Het gaat om tonnen. Terwijl je dan nog geen enkele zekerheid hebt dat het project gerealiseerd gaat worden.”
Lees ook: Zonnepanelen op Drakenrijk Reuver: ook boven parkeerplaats
Ingenieursbureau CE Delft heeft een top 25 gemaakt van grote parkeerterreinen in Nederland die flink wat zonne-energie zouden kunnen opwekken. Het parkeerterrein voor winkelcentrum Makado in Beek staat hoog in die ranglijst, net als de parkings bij Maastricht Aachen Airport en de Designer Outlet in Roermond. „Hoe groter het parkeerterrein, hoe interessanter de business case,” zegt energieadviseur Thomas Kamphuis van Energie van Hollandsche Bodem.
Potentieel
Tot nu toe zijn op slechts twintig plekken in Nederland parkeerterreinen verbouwd tot zonnecarports en er staan er nog tien in de planning. Dat is minder dan 1 procent van het landelijk potentieel. Onderzoeksbureau CE Delft heeft uitgerekend dat er in Nederland 80 vierkante kilometer aan parkeerplaatsen in theorie geschikt is als zonnecentrales. Als die allemaal benut worden, is dat goed voor ongeveer 9 terawattuur zonnestroom. Dat zou goed zijn voor ruim een kwart van de klimaatdoelen die de Nederlandse gemeenten, provincies en waterschappen moeten waarmaken. Maar in de praktijk zal dat niet lukken, omdat er tal van knelpunten kunnen opdoemen.
Zo past een zonnedak vaak simpelweg niet in het bestemmingsplan of in de stedenbouwkundige visie van een gemeente. Ook is het vaak een nadeel dat een parkeerterrein met zonnedak niet meer geschikt is voor een weekmarkt of kermis. Zonnepanelen gaan ongeveer 25 jaar mee. Al die tijd zit je eraan vast, als je de investering tenminste wilt laten renderen.
Kosten
Het is trouwens lang niet altijd gemakkelijk met een zonne-carport uit de kosten te komen. De bouw kan flink in de papieren lopen. Want de stellage waarop die zware panelen rusten, moet een goede fundering krijgen. Hoe hoger de doorrijhoogte, hoe hoger de prijs. Daarnaast tikken de leges voor de vergunning en de verzekeringspremie aardig aan. De overheidssubsidie voor zonnestroom is dan niet toereikend.
Ook moet er soms een lange, dikke kabel worden getrokken naar het station van een netbeheerder om de groene stroom op het elektriciteitsnet te kunnen zetten. Als zo’n tussenstation niet dicht in de buurt is, wordt het financieel een onhaalbare kaart, tenzij de groene stroom rechtstreeks gebruikt kan worden door bedrijven of bewoners in de nabije omgeving. Zo zou een woningcorporatie in een nieuwe woonwijk de solar parking kunnen gebruiken voor de eigen stroomvoorziening. Ook zonneparkeerterreinen nabij grote kantoren zijn kansrijk, heeft het bedrijf Energie van Hollandse Bodem uitgerekend.
Grootverbruikers
Voor de zware, stroomvretende industrie is er vaak geen prikkel om een zonneparkeerplaats te bouwen, zegt Ruud Derks van Naga Solar. „Fabrikanten hebben meestal een grootverbruikersaansluiting; ze betalen slechts een paar eurocenten voor hun grijze stroom. Daar kan een investering in een solar parking niet tegenop; dat is voor grote fabrikanten financieel totaal niet interessant.”
Dat de zware industrie stroom en gas voor een sterk gereduceerd tarief krijgt, stamt nog uit de tijd dat milieu en klimaat niet op de politieke agenda stonden. Ondanks de klimaatcrisis en het Akkoord van Parijs is daar niets aan veranderd. Derks: „Op die manier schiet het niet op met de energietransitie.”